Met Prinsjesdag kondigde het kabinet trots aan dat er 600 miljoen euro extra subsidie komt voor elektrische auto’s, als onderdeel van een pakket van 6,8 miljard aan extra klimaatmaatregelen. Mooi nieuws. En noodzakelijk. Alleen, het is niet waar. Want die 600 miljoen ‘extra’ om elektrisch rijden te stimuleren, is vooral een bezuiniging. Sterker, het merendeel van het geld gaat rechtstreeks naar de benzine-auto.
Eerst de noodzaak. In 2030 moet, zoals afgesproken in klimaat- en regeerakkoord, iedere nieuwe auto emissievrij zijn. Als alle nieuwe auto’s dan elektrisch zijn, wordt meer dan de helft (!) gehaald van de afgesproken CO2-reductie uit het Klimaatakkoord voor de mobiliteit. Allemaal netjes becijferd door het kabinet en het Planbureau voor de Leefomgeving.
Maar diezelfde partijen zeggen dat dit doel niet wordt gehaald met het huidige beleid. Als we op deze voet doorgaan, rijden er in 2030 1 miljoen elektrische auto’s rond (van de bijna
10 miljoen auto’s) en geen 2,1 miljoen, zoals afgesproken. In het huidige tempo zijn in 2030 lang niet alle nieuwe auto’s emissievrij. Mooi dus dat er extra geld wordt vrijgemaakt om elektrisch rijden te versnellen.
Schijn bedriegt
Maar schijn bedriegt. Ja, er komt in totaal 90 miljoen euro extra voor de aankoopsubsidie voor particuliere elektrische auto’s. Dat is drie keer meer dan aanvankelijk was gepland, al gaat het subsidiebedrag per auto wel omlaag.
Tegelijkertijd wordt voorgesteld op de elektrische auto van de zaak maar liefst 330 miljoen euro te bezuinigen. Per saldo is er dus minder stimulering.
Waar gaan die honderden miljoenen subsidie voor elektrisch rijden dan naartoe? Dit ‘klimaatgeld’ gaat naar auto’s met een benzine- of dieselmotor. Bijna 500 miljoen euro van het extra geld is bedoeld om de dalende inkomsten uit brandstofauto’s te compenseren. U leest het goed.
Begrotingsgat
De reden is dat Financiën met een gat in de begroting zit. Doordat er steeds meer elektrisch wordt gereden, wordt er minder fossiele brandstof getankt. Dat betekent dat er minder accijns binnenkomt. Dit gat wordt met deze miljoenen gedicht. Het is duidelijk dat van dit enorme bedrag geen enkele extra elektrische auto de weg op gaat.
Door die honderden miljoenen op te tellen bij de stimulering voor elektrisch rijden is in de politieke en publieke opinie het beeld ontstaan dat elektrisch rijden bakken met geld kost. De praktijk is anders. Inmiddels durft geen politicus zich nog vierkant uit te spreken voor het echte klimaatdoel, namelijk alle nieuwe auto’s in 2030 emissievrij. En met name voor het beleid dat daarbij past. Een doel dat maar liefst 5,5 megaton CO2-besparing oplevert. Dit doel is intussen in de beleidsmist verdwenen.
Bij veel Nederlanders bestaat nog altijd het idee dat vooral dure elektrische auto’s worden gestimuleerd. Maar dat is allang niet meer zo. Het nieuwe stimuleringsbeleid is vooral gericht op kleinere en goedkopere elektrische modellen. Dat kan ook want die zijn steeds meer te koop. Het zorgt er ook voor dat meer consumenten straks een tweedehands elektrische auto kunnen kopen.
Nog een feit: de nationale kosten, de politieke graadmeter voor efficiënt klimaatbeleid, zijn voor elektrisch rijden al in 2025 positief. Elektrisch rijden levert Nederland dus geld op!
Dat is het doel
Door de energietransitie drogen inkomsten uit fossiele bronnen langzaam op. Dat is de bedoeling en juist een teken van succes. Dit gebeurt niet alleen met de auto, maar ook met warmtepompen en woningisolatie: die leiden tot minder inkomsten uit aardgas. Ook de elektrificering van vrachtwagens en bestelbusjes betekent minder inkomsten uit brandstof.
Alleen bij de elektrische personenwagen wordt het verlies aan belastinginkomsten opgeteld bij de stimuleringskosten. Bij warmtepompen, trucks en bestelbusjes en alle andere energietransities tellen we het verlies aan fossiele belasting inkomsten niet bij de stimuleringskosten van het duurzame alternatief. En dat is maar goed ook, anders komen we nooit een stap verder. Laten we dit dan ook niet doen bij auto’s. Laten we klimaatgeld zo inzetten dat het klimaat er beter van wordt.
Laten we zo snel mogelijk wel de doelen voor elektrisch rijden realiseren uit het klimaatakkoord, te beginnen met het niet verder verhogen van de bijtelling voor elektrische auto’s in 2022.
Maarten van Biezen is bestuurslid Vereniging Elektrische Rijders (VER).