Slim laden wint rap aan terrein onder elektrische rijders (EV-rijders). Terwijl het stroomnet wordt ontlast, ziet de EV-rijder vooral kansen om hier in eigen portemonnee van te profiteren. Veel EV-rijders die thuis laden (op eigen aansluiting), laden al slim. Onder die thuisladers is een verdubbeling te zien van het aantal dynamische energiecontracten, waarbij het loont om op te laden als de stroomprijs laag is. Dat blijkt uit het Nationaal Laadonderzoek 2025, afgenomen onder ruim 4.500 respondenten.
Met slim laden wordt het tijdstip of de snelheid van de laadsessie aangepast naar momenten waarop de stroom goedkoper is, er meer duurzame stroom is, of wanneer het minder druk is op het stroomnet.
Eigen voordeel pakken
61% van alle geladen kilometers wordt thuis geladen, op de eigen huisaansluiting. Daar kan de EV-rijder financieel voordeel uit halen, omdat vrijwel alle thuisladers zonnepanelen hebben en bewust laden als de zon schijnt.
Daarnaast pakt de EV-rijder steeds vaker financieel voordeel door gebruik te maken van een dynamisch stroomcontract. Bij zo’n contract wisselen de stroomtarieven elk uur, op basis van de vraag en het aanbod van elektriciteit. Het aantal EV-rijders met een dynamisch stroomcontract groeit explosief ten opzichte van een jaar eerder. Maar liefst 41% van de thuisladers heeft nu al een dynamisch stroomcontract en een groot deel van andere thuisladers geven aan hiernaar te willen overstappen. Ter vergelijking: Slechts 6% van alle Nederlandse huishoudens heeft nu een dynamisch stroomcontract. Omdat bij het laden van elektrische auto’s veel stroom gevraagd wordt en de gebruiker vaak flexibel is in wanneer deze op te laden, is het thuis slim laden van de elektrische auto in combinatie met zo’n contract een logische stap.
Ook bij het laden op straat of op werk ziet de EV-rijder graag kansen om voordeliger te laden. Zo zou bij publieke laadpalen, afhankelijk van het tijdstip, het laadtarief kunnen worden aangepast (met een laag tarief in daluren en een hoog tarief in de spits), of de laadsnelheid kunnen variëren (minder stroom tijdens spitsuren). Op sommige plaatsen is dit al mogelijk. De EV-rijder heeft hier voorkeur voor slimme laadtarieven boven slimme laadsnelheid en vindt dat een belangrijk argument om slim te laden. Zekerheid dat de auto vol genoeg geladen kan worden voor de volgende rit is een belangrijk punt voor EV-rijders om slim te gaan laden op straat.
Handmatig slim stekkeren
Terwijl er dus behoefte is aan slim laden, gebruiken nog niet alle slimme thuisladers de technische functionaliteiten – zoals een app of slim uitgeruste laadpaal - om dit handig te doen. In de praktijk plaatst en verwijdert een kwart van de EV-rijders nog handmatig de laadkabel op momenten van voordeel: als de zon schijnt of het laadtarief laag is.
Maar liefst een derde van de mensen die niet op eigen terrein kan opladen, sluit nu de auto met een lange stroomkabel aan op de huisstroomaansluiting. Zo maken ze toch gebruik van hun ‘thuisvoordelen’ zoals stroom uit eigen zonnepanelen of een dynamisch stroomcontract.
Meer prijstransparantie, onwetendheid blijft
Inzicht in de laadtarieven van individuele openbare laadpalen neemt toe. Toch weet nog 28% van de EV-rijders meestal niet wat ze betalen voor het openbaar laden in de buurt van hun woning. Bij laadpalen verder van huis is hier nog meer onbekendheid over. Bijna 80% van de EV-rijders vindt het belangrijk om vooraf inzicht te hebben in het laadtarief van de openbare laadpaal, gezien het gros van hen zelf de laadkosten betaalt.
Over het onderzoek
Het Nationaal Laadonderzoek is een jaarlijkse, grootschalige enquête onder Nederlandse EV-rijders naar hun ervaringen met en meningen over het opladen van elektrische auto’s. Het onderzoek is een initiatief van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), ElaadNL en de Vereniging Elektrische Rijders (VER). Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is betrokken bij de uitvoering en validatie van het onderzoek.
Webinar met toelichting
Op 30 september organiseren de initiatiefnemers van dit onderzoek een webinar waarin het onderzoek wordt toegelicht. Het volgen van de online sessie is mogelijk via deze link.